Hulp bij nood


Depressie en de ziekte van Alzheimer

De ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie zijn een aftakeling van het geheugen. Meestal begint Alzheimer bij mensen boven de 65, maar soms ook bij jongere mensen.
Mensen kunnen zich eerst kleine dingen niet meer herinneren, daarna kunnen zij zich steeds minder herinneren. Het begint meestal dat men nieuwe dingen niet meer kan onthouden. Ze komen hun afspraken niet meer na. Ze betalen hun rekeningen niet meer. Later herinneren zij zich ook het verleden niet meer. Deze mensen stellen steeds dezelfde vragen, zoals: wat gaan we doen en wanneer?

Bij beginnende Alzheimer gaan mensen waarschijnlijk naar de huisarts. Vervolgens wordt via een hersenscan de diagnose gesteld. Als de patiënt het wil weten, kan hem/haar verteld worden dat hij beginnende Alzheimer heeft. Nu ligt het aan het karakter van de patiënt hoe of hij daar mee omgaat. Hij zal zeker niet van de daken roepen dat hij Alzheimer heeft. Het gevolg is, dat mensen met hem kunnen 'botsen', omdat hij soms wat vreemd doet of reageert. Je kunt aan zijn buitenkant namelijk niet zien, dat hij beginnende Alzheimer heeft. Het gevolg kan zijn dat mensen zich ergeren aan de houding of aan de reacties van de Alzheimerpatiënt. Ook voor de partner van de patiënt begint nu een heel zware weg in de omgang met zijn/haar aftakelende partner.

 

 

De herinnering is er niet meer


Dit wordt zó erg, dat zo iemand de weg niet meer weet in zijn eigen huis. Ze verdwalen echt in hun eigen huis! Later weten ze ook niet meer hoe ze zich moeten aankleden of uitkleden. Hij of zij weet ook niet meer dat die meneer of mevrouw die bij hem/haar aan tafel zit, de eigen partner is. In een ver gevorderd stadium vraagt zo iemand aan zijn eigen vrouw of dochter: "Dag mevrouw, wie bent u? Ik ken u niet." Het kan ook zijn dat de patiënt je heel stellig aanziet voor iemand anders en weigert te accepteren wie je echt bent.

Terwijl men meestal heel bewogen is met de patiënt, is het ergste lijden vaak voor de echtgenoot en de kinderen. Je bent niet meer de man van de patiënt, je bent 'een meneer'. Je bent niet meer de dochter van je moeder, je bent 'een mevrouw; een vreemde mevrouw' geworden. Als je moeder dan nog een minder behoorlijk taalgebruik bezigt, doet het je nog meer verdriet.

 

 

Een paar voorbeelden


Soms weet de patiënt dat het toch niet helemaal juist is, zoals hij de dingen beleeft. Een voorbeeld van dementie: Ik kwam bij een dementerende man die in zijn flat naar buiten zat te kijken. Voor hem was de straat en aan de overkant waren weer huizen. Ik vroeg hem waar hij naar keek. Hij zei: "Naar al die grote boten die hier voorbij varen." Ik vroeg hem wat voor boten het waren en hij vertelde wat hij 'zag'. Op een gegeven ogenblik was hij even helder en zei: "Ik weet wel dat het niet waar is. Er zijn hier geen boten."

Ik bezocht een dementerende patiënt die in het ziekenhuis lag. Ik kwam de ziekenzaal binnen en zag hem liggen bij het raam. Hij zag mij ook, zwaaide en deed de dekens opzij. Hij zei: "Dag dominee, zet uw fiets hier maar neer..." Ik mocht mijn fiets in zijn bed 'parkeren'. Deze man had echter geen idee dat hij iets vreemds gezegd had.

Ik bezocht met de vrouw van een Alzheimerpatiënt haar man in het verpleeghuis. Hij herkende niemand meer, ook zijn eigen vrouw en kinderen niet meer. We kwamen samen binnen. Hij stak zijn hand naar mij op en zei: "Dag dominee." Tegen zijn vrouw zei hij: "En wie bent u?' Dat was een vreselijke ervaring voor deze vrouw. Het was voor mij een teken, dat het geestelijk leven, dus het geloofsleven, kan uitstijgen boven de normale denkwereld van een mens. Er was voor deze man herkenning binnen de wereld van het geloof.

 

 

De ziel vergeet, de geest niet


Vaak zat ik bij dementerende mensen en was er geen gesprek mogelijk. Ik kon wat vertellen, maar kwam het over? Maar... als ik dan bekende geestelijke liederen ging citeren, werden zij als het ware 'wakker'. Het geestelijke lied was in hun herinnering blijven hangen. Terwijl de herinnering en herkenning van man/vrouw en kinderen volledig vervaagd leek te zijn, zij geen namen van vrienden meer wisten, wisten ze nog wel de belevingswereld van God en Zijn kinderen. Als ik dan de eerste helft van een regel van een geestelijk lied citeerde, maakten zij de regel af. Zo ook de volgende regels. Gaat de belevingswereld van wat de Bijbel onze 'geest' noemt dan toch uit boven wat men in het gewone spraakgebruik 'de ziel' noemt? Als de ziel lijdt aan dementie, blijft de geest van de gelovige dan toch 'wakker' voor de beleving van geestelijke zaken?

Men probeert hen die aan Alzheimer lijden zo lang mogelijk in de eigen omgeving te houden, dus gewoon in hun eigen huis. Dat wordt op een gegeven ogenblik erg moeilijk, ja onmogelijk. Als de patiënt kans ziet om naar buiten te gaan, gaat hij dwalen en kan zijn eigen huis niet meer vinden. Hij kan de bus of de trein nemen en naar een andere plaats gaan. Hij kan in een bos verdwalen, enz.

 

 

Meeleven met de Alzheimerpatiënt


Wonen met iemand die aan Alzheimer lijdt is heel erg vermoeiend.
Moge dit artikel er in ieder geval aan bijdragen dat familie en vrienden van hen die lijden aan Alzheimer en hun familie, met hen meeleven en dat zij voor hen bidden. Moge dit artikel ook voor deze mensen met beginnende Alzheimer helpen om het meer bespreekbaar te maken en zelf ook aan te geven, waarin anderen hen kunnen helpen. En mogen alle anderen die met zo'n patiënt (of familie) contact krijgen er voor waken, dat zij geen domme dingen zeggen of dwaze vragen stellen. Vraag gewoon hoe het gaat en kijk wat de ander er zelf over wil vertellen.

Na verloop van tijd gaat de patiënt steeds meer leven in een onwerkelijke wereld. Hij vraagt naar zijn moeder ook al is die al tientallen jaren geleden overleden. Hij weet dat niet meer. Hij wil naar zijn moeder toe en probeert het huis uit te gaan op zoek naar zijn moeder. Hij vraagt hoe het gaat met zijn overleden vrouw. Hij weet niet meer dat zij overleden is. Zij vertelt dat haar overleden man vanmorgen nog bij haar op bezoek geweest is en hij kwam op de fiets. Hoe ga je dan met zo iemand om? Steeds maar weer corrigeren en zeggen dat zijn gedachten niet overeenkomstig de waarheid zijn? Het zal hem alleen maar droevig stemmen. Er blijft maar één goede mogelijkheid over: meepraten. Proberen mee te leven in de gedachtewereld van de patiënt. Zeg hem niets steeds dat hij dingen vergeten is. Zeg hem dat het goed gaat met zijn vrouw of met zijn moeder. Als u de patiënt steeds maar weer corrigeert, maakt u hem zo verdrietig. Dat is toch niet onze opdracht?
Ook voor onze omgang met de Alzheimerpatiënt heeft de Bijbel een opdracht: "Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend." Uw vriendelijkheid moet dus ook aan de Alzheimerpatiënt bekend zijn. Het staat als volgt in de NBV: "Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij." (Philippenzen 4:4)

Ga daarom niet allerlei moeilijke vragen aan de patiënt stellen. Ga hem wat vertellen. Ga samen praten over 'vroeger'. Laat hem naar wat muziek luisteren die hij zelf mooi vindt. Kijk samen naar foto's van vroeger, enz. Is de patiënt een gelovige? Lees dan een makkelijk stukje uit de Bijbel en vertel er iets over. Citeer een mooi lied of zing het samen. Luister samen naar een CD met geestelijke muziek. Het wonderlijke is, dat een Alzheimerpatiënt echt kan genieten van zaken die de Bijbel, de Here Jezus en het geloof betreffen. Ga echter geen moeilijke discussies met hem aan. Houd het eenvoudig. Als u zo'n patiënt bezoekt, zorg er dan voor, dat uw bezoek hem goed doet en blij maakt.

Als gelovigen vormen wij een familie met elkaar. In een familie en in een gezin behoren de leden veel van elkaar te weten en met elkaar mee te leven. Er mag geen ongepaste nieuwsgierigheid in het spel zijn.

Wie een gezinslid heeft dat aan dementie lijdt, moet hier over kunnen praten en hiervoor gebed kunnen vragen. Het zou goed zijn, als zo iemand aangaf, dat dit in zijn kerk of gemeente ook opgenomen mag worden in de lijst van de zieken. Dan kun je in de gebeden ook aan elkaar denken.

 

 

Bidden verlaagt het risico op dementie


Regelmatig bidden kan de risico op het ontwikkelen van de ziekte van Alzheimer (dementie) verlagen met 50 procent. Dat concludeerde een Amerikaans Israëlisch onderzoeksteam in 2012.

Uit het onderzoek, gefinancierd door de Amerikaanse overheidsorganisatie National Institutes of Health in Washington, blijkt dat vooral vrouwen baat kunnen hebben bij een regelmatig gebedsleven. Bij hen nemen de risico's op deze ziekte af, zo meldde onder andere de Israëlische krant Haaretz medio 2012. Voor mannen konden geen betrouwbare conclusies worden getrokken omdat 90 procent van de mannelijke proefpersonen aangaf dagelijks te bidden.
Regelmatig gebed laat dementie minder makkelijk in het leven sluipen, omdat het een beroep doet op cognitieve en emotionele aspecten.
Met name dat laatste is belangrijk.

Bidden helpt tegen dementie omdat het een levenslange 'routine' is en zodoende rust en zekerheid geeft. Ook is het bidden in gemeenschap (de zogenaamde bidstond) belangrijk. Het geeft mensen bovendien hoop en perspectief en het bevestigt de waardigheid van het leven. Ten slotte verlaagt bidden stress. Stress is een risicofactor voor de ziekte van Alzheimer.

In 2005 werd een soortgelijk onderzoek uitgevoerd. Toen bleek dat een religieuze of spirituele levensstijl het ziekteproces van dementie kan vertragen.

 

 

Een winterdepressie


Een mildere en tijdelijke vorm van depressie is de zogenaamde 'winterdepressie'. Als de zon schijnt, zijn de meeste mensen vrolijker en vriendelijker dan wanneer het regent. Zodra in september of oktober de herfststormen beginnen, beginnen veel mensen zich ook neerslachtiger te voelen. Maar meestal is dit geen echte depressie. Sommige mensen echter hebben dusdanig zware klachten dat zij last hebben van een 'winterdepressie'.

Twee tot vijf procent van de Nederlanders krijgt in de herfst en winter last van een winterdepressie. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. De klachten beginnen vaak als je in de twintig bent, maar ook kinderen kunnen er al last van hebben. Als je een winterdepressie hebt, ben je weken of maanden lang somber, verward, nerveus, huilerig, lusteloos en moe. Je kunt je moeilijker concentreren en hebt geen interesse meer in sociale en dagelijkse contacten. Je slaapt meer en hebt veel behoefte aan calorierijk eten. Je hebt veel zelfkritiek en weinig gevoel voor eigenwaarde. Er kunnen ook lichamelijke kwalen optreden zoals spierzwakte, verstopping en pijntjes. In de lente verdwijnen de klachten weer.

Over de oorzaak van winterdepressie is nog niet zo veel bekend. Eerst dacht men dat het te maken had met onze 'biologische klok', het bioritme. Dit zou ontregeld zijn door de verminderde hoeveelheid zonlicht. Maar er wordt nu meer aandacht besteed aan de invloed van stoffen in de hersenen die een oorzaak zouden kunnen zijn. Ook ervaringen of ontwikkelingen in de jeugd, spanningen en andere problemen kunnen een rol spelen. Als je aanleg hebt voor winterdepressie, is het vooral belangrijk om te weten wanneer de depressie optreedt en hoe je ermee om kunt gaan.

Ook een christen kan last hebben van een depressie. De Heer is immers niet aan het kruis gestorven om ons een goede lichamelijke of psychische gezondheid te schenken. Hij stierf voor onze geestelijke gezondheid, opdat wij het eeuwige leven zouden beërven. Laat je leven niet verknoeien door jezelf extra in de put te denken als je depressief bent. Het betekent niet, dat de Heer je verlaten heeft. De Heer heeft immers ook niet hen, die lichamelijke klachten hebben, verlaten!

Moge dit artikel in ieder geval hen die lijden aan Alzheimer en hun familie laten weten, dat anderen met hen meeleven en voor hen bidden. Moge dit artikel ook voor deze mensen zelf helpen om het meer bespreekbaar te maken en zelf ook aan te geven, waarin anderen hen kunnen helpen. En mogen alle anderen die met zo=n patiënt (of familie) contact krijgen er voor waken, dat zij geen domme dingen zeggen of dwaze vragen stellen. Vraag gewoon hoe het gaat en kijk wat de ander er zelf over wil vertellen.