Belangrijke Bijbelse vragen beantwoord


Geboorteregeling en zwangerschap

Vraag:
Kinderen zijn toch een geschenk en een zegen van de Here? Mag je dan zelf bepalen hoeveel kinderen je wilt? Moet je dit niet aan God overlaten? En als je het toch zou mogen regelen, welke voorbehoedsmiddelen mag je wel of niet gebruiken als gelovige?

 

Antwoord:
Toen er nog maar 2 mensen op aarde waren, gaf God de mens de opdracht om "vruchtbaar" te zijn. Er diende nageslacht verwekt te worden. De aarde moest bevolkt worden. Inmiddels mogen wij ons bewust zijn, dat de mensheid deze opdracht uitgevoerd heeft en dat de aarde echt "bevolkt" geworden is. De aarde is eigenlijk al overbevolkt. Het is dus niet zo, dat wij nog steeds de opdracht hebben die Adam en Eva hadden. Die opdracht had God niet aan de totale mensheid van latere tijden gegeven. God had deze opdracht alleen toen aan Adam en Eva gegeven. Wij hebben dus niet meer de opdracht om ons te blijven "vermenigvuldigen".

 

Man en vrouw behoren zich van hun eigen verantwoordelijkheid bewust te zijn ten aanzien van de omvang van hun gezin. Toch dienen zij hun eventuele kinderen te zien als een geschenk van God, Die het leven schenkt. Wij geloven, dat dit leven ontstaat op het moment van de bevruchting (Psalm 119:73; 139:13-18). De ziel is aanwezig vanaf het moment van de bevruchting. Dat is de reden, waarom wij menen, dat abortus moord is en dat wij zondigen als wij abortus laten plegen. Ook als vóór de geboorte bekend zou zijn of verwacht zou mogen worden, dat het kind (ernstige) afwijkingen zou (kunnen) hebben, mag niet voor abortus gekozen worden. Ook een gebrekkig leven is een leven. Ook een lichaam met afwijkingen is een lichaam waarin een ziel leeft, die God geschonken heeft. Hierbij dient niet vergeten te worden, dat het de zorg van de aanstaande moeder is zo gezond mogelijk te leven, opdat niet door haar verkeerde gewoonten een kind met afwijkingen geboren kan worden.

 

Het gebruik van middelen, zoals het (gewone) spiraaltje (dat innesteling van een bevruchte eicel voorkomt), de morning-after pil en abortus provocatus, waarbij reeds ontstaan leven gedood wordt, is ten stelligste verboden, ook als verwacht mag worden of zekerheid bestaat, dat het te geboren kind afwijkingen zal hebben. Ook het Mirena-spiraaltje, dat bedoeld is om bevruchting te voorkomen, valt onder de af te wijzen voorbehoedsmiddelen. Bij het Mirena-spiraaltje kan toch nog bevruchting plaats hebben, waarbij dan voorkomen wordt, dat het bevruchte eitje zich innestelt. Er is geen bezwaar tegen andere middelen waarbij wordt voorkomen dat er nieuw leven ontstaat, zoals het condoom, de pil en de NuvaRing (die dezelfde werking heeft als de pil).

 

Als er om medische redenen gekozen moet worden tussen het leven van de moeder en het leven van het kind, moet ervoor gekozen worden het leven van de moeder te behouden.

 

Bij kinderloosheid mag met dankbaarheid gebruik gemaakt worden van de kennis en de hulp van de medische wetenschap, voor zover deze niet in strijd is met onze geloofsovertuiging. Kunstmatige inseminatie met behulp van een donor, donor- of draagmoederschap en het buiten de baarmoeder bevruchten van meer eicellen dan ingebracht zullen worden (bij reageerbuisbaby's) zijn in strijd met onze geloofsovertuiging. Alleen als bij IVF (In Vitro Fertilisatie, dat is reageerbuisbevruchting, waarbij geschikte zaad- en eicellen samengebracht worden) niet meer eicellen bevrucht worden dan werkelijk bij de vrouw geplaatst worden, is deze toegestaan. ICSI (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie) waarbij één geselecteerde spermacel direct in een eicel geïnjecteerd wordt, is eveneens toegestaan.

 

Bij kunstmatige inseminatie met behulp van een donor is er in feite sprake van een (weliswaar kortdurende) buitenechtelijke relatie. Daarnaast bestaat bij kunstmatige inseminatie met behulp van een (zowel bekende als onbekende) donor het risico (ook al is het klein), dat het kind later een huwelijk zal aangaan met iemand, die in feite een door de Bijbel verboden relatie voor hem/haar is, terwijl dit niet bekend is. Er is dan sprake van incest. Als jij als jongen verwekt bent door het zaad van meneer X en je komt een aardig meisje tegen die ook door het zaad van meneer X verwekt blijkt te zijn (wat ze dan waarschijnlijk niet weet), en jullie trouwen met elkaar, trouwen een halfbroer en een half zus met elkaar. Dan is er dus sprake van incest, ook al is het uit onwetendheid.

 

Bij draagmoederschap blijft het een vraag wie van de twee vrouwen als eigenlijke moeder gezien dient te worden. Ook dit is weer van belang als het kind een relatie zou aangaan met iemand die in feite tot de familie gerekend zou dienen te worden. Omdat vanuit de Bijbel niet gezegd kan worden wie van de twee vrouwen als moeder gezien dient te worden, behoren wij de voorzichtige weg te bewandelen en ons hier niet mee in te laten. Donatie van geslachtscellen om een onbekende vrouw te helpen zwanger te worden, dient om de hier genoemde redenen eveneens afgewezen te worden.