Nu het kruis gedragen is, nu de Heer is opgestaan

“1 Deze brief is van Paulus, een dienaar van Jezus Christus ... . God heeft mij de taak gegeven om het goede nieuws van God aan de mensen te vertellen. 2 In de Boeken staat al over dat goede nieuws geschreven. Want God heeft er vroeger door zijn profeten al over gesproken. 3 Dat goede nieuws gaat over zijn Zoon. Zijn Zoon werd als mens geboren uit de familie van koning David. 4 Jezus werd gedood, maar de Heilige Geest heeft Jezus weer levend gemaakt. Daarmee heeft God duidelijk bewezen dat Jezus de Zoon van God is. Hij is de beloofde Messias ... , onze Heer. 5 Hij is heel erg goed voor mij geweest. Hij heeft mij al mijn schuld vergeven. En Hij heeft mij een taak gegeven. Ik moet de niet-Joodse volken oproepen om in God te gaan geloven en Hem gehoorzaam te zijn. ” Uit: BasicBijbel.nl

 


De hoeksteen van het christelijk geloof

 

Kruis en open graf, anders gezegd: de dood en opstanding van de Heer Jezus zijn de hoeksteen van het christendom. Als de Heer niet gestorven was, had Hij niet kunnen opstaan. Als Hij niet opgestaan was, was onze prediking zonder inhoud en zonder inhoud was ons geloof. Dan was er geen verlossing en waren allen nog in hun zonden, en dus: verloren. Dan was er geen hoop voor hen die reeds gestorven waren. Dan zijn de christenen de meest miserabele mensen op aarde. Maar... het kruis is gedragen en Jezus is opgestaan. Wat zijn nu de zegeningen die daaruit voortvloeien voor ons?

 

 

Jezus' opstanding - een bewezen feit!

 

De opstanding is een bewezen feit. Mensen zeggen vaak: "Er is nog nooit iemand uit de dood teruggekomen...." Is dat waar?

 

Eén van de oude schrijvers, rabbi Paulus, schreef het volgende hierover: "Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven." (1 Corinthe 15:1-6)

 

Als wij alleen het verhaal van Maria zouden hebben, die gezegd had dat zij de opgestane Heer in de tuin van Jozef van Arimathea ontmoet had, zou iedereen kunnen denken dat zij hallucineerde. Ze zou aan waanideeën kunnen lijden. Haar fantasie zou met haar op de loop gegaan kunnen zijn. Ze zou in haar fantasie zelfs Petrus en Johannes beïnvloed kunnen hebben.

 

Het is echter onmogelijk dat meer dan 500 mensen gelijktijdig gaan hallucineren. De opstanding van Jezus is een bewezen feit! Op het moment dat Paulus dit schreef waren de meesten van deze 500 mensen nog in leven. Het kon dus bij hen nagevraagd worden!

 

 

Het doel van de opstanding

 

"... Daarmee heeft God duidelijk bewezen dat Jezus de Zoon van God is." (Romeinen 1:4) Door de opstanding bewees Jezus met kracht, dat Hij Gods Zoon was. Hij had gezegd, dat Hij maar één teken zou geven om te bewijzen dat Hij werkelijk de Zoon van God was: het teken van Jona de profeet: na 3 dagen en nachten uit de dood terugkeren. En Hij deed het. (vgl. Mattheus 16:21; Lucas 9:22; 1 Corinthe 15:4; Mattheus 17:9,23; 20:19; 26:32; Marcus 14:28; Mattheus 27:63)

 

De opstanding was in de eerste plaats een daad voor Hem Zelf, waardoor Hij getuigenis aflegde, wie Hij werkelijk was. Een groter daad dan dit wonder van de opstanding, heeft de Heer tijdens Zijn leven op aarde niet gedaan. Het was een bevestiging van Zijn macht en majesteit. Het was het bewijs, dat Hij werkelijk Gods Zoon was. Door dit feit bewees Hij tevens, dat alles wat Hij tijdens Zijn leven gezegd had, eveneens betrouwbaar was.

 

 

De opstanding had niet alleen betekenis voor Jezus Christus Zelf, maar had ook grote betekenis voor ons.

 

In Romeinen 4:25 wordt gezegd, dat Hij opstond voor onze rechtvaardigmaking. Door Zijn sterven aan het kruis vonden wij verzoening met God (Romeinen 5:10). Door Zijn dood kregen wij vrede met God. Dit opende de weg tot de wedergeboorte door het werk van de Heilige Geest, waardoor wij als nieuwe mensen in een nieuwe verhouding tot God kwamen. Dit werk vond plaats in het binnenste van ons leven, in ons hart, in onze ziel, in het centrum van ons 'ik'.

 

De rechtvaardigmaking vond echter niet plaats in ons hart, maar in het hart van God, in de gedachten van God, in de gedachten van God over ons. De rechtvaardigmaking houdt in, dat God ons rechtvaardig maakt en ons rechtvaardig verklaart. Hij ziet ons en denkt van ons als mensen, die nooit gezondigd hebben.

 

Johannes 11:25 en Handelingen 17:31 maken duidelijk, dat de opstanding van de Here Jezus grote betekenis hebben in verband met de toekomst.

 

De opstanding van de Here Jezus verzekert ook onze toekomstige opstanding uit de dood. Romeinen 6:5 zegt: "Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding." De opstanding van de Here Jezus verzekert ook, dat er eens een dag van oordeel zal zijn.

 

 

De betekenis van de opstanding in/voor ons leven.

 

  1. Nu kon Jezus Christus Zijn Gemeente verzamelen.

    Dit gebeurde 50 dagen later op de eerste Pinksterdag, zie Handelingen 2. Nu zijn de gelovigen één met Hem geworden: Hij is het Hoofd, wij zijn de leden. Nu is Zijn opstandingskracht ons deel geworden, en kunnen wij jubelen, zingen en juichen.

    Allen die met Hem gestorven zijn, zijn ook met Hem opgestaan en zijn met Hem het nieuwe leven begonnen. Nieuw leven met Hem, van Hem en in Hem.

    Christus is het hoofd van allen die waarachtig in Hem geloven. Allen die waarachtig in Hem geloven zijn in oprechte eenheid met elkaar gebracht en nu met elkaar verbonden.

    Wij zijn in Christus. Het Hem gestorven, met Hem begraven, met Hem opgestaan, met Hem het nieuwe leven begonnen, met Hem verheerlijkt, want wij zijn leden van Zijn lichaam. Wij kunnen niet van Hem gescheiden worden. Waar Hij is, daar zijn wij ook. Wat voor Hem belangrijk is, is ook voor ons van belang. Wat Hij wil, willen wij ook.

    Als het Hoofd van Zijn Gemeente vertegenwoordigde Hij ons, toen Hij uit het graf verrees. Hij stond op, wij stonden op. Hij werd gerechtvaardigd, wij werden gerechtvaardigd. Hij werd met goddelijke eer bekroond, wij werden met goddelijke eer bekroond.

    Toen Hij het graf verliet, verlieten wij het graf. Toen Hij de dood overwon, overwonnen wij de dood.

    Toen Hij dood was, waren wij dood. Toen alle zonden van de wereld op Hem neer gekomen waren, drukten onze zonden op Hem. Toen Hij stierf, stierven wij. Nu Hij leeft, leven ook wij met Hem.

    Nu kunnen wij jubelen en juichen. God loven en prijzen. Wij zijn vrij.

    Vrij van de zondemacht en vrij van de zondeslavernij - vrij in Christus. Gods kinderen kunnen hun lofliederen aanvangen en de Heer aanbidden. Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen.

    Er is kracht om te leven, kracht om te overwinnen. Het kruis sprak van krachteloosheid, zwakte, nederlaag. De opstanding spreekt van kracht, sterkte, overwinning. In Hem zijn wij meer dan overwinnaars.

  2. Nu hebben wij het werkelijke leven van Hem ontvangen en zullen wij nooit meer sterven.

    Johannes 10:10; Romeinen 6:6

    Christus is uit de dood opgestaan om nooit meer te sterven. Wij zijn met Hem opgestaan, om ook nooit meer te sterven.

    Wie het leven van Christus ontvangen heeft, kan nooit meer sterven en zal nooit meer sterven. Zijn leven blijft in eeuwigheid bestaan.

    Het leven dat Hij ons gegeven heeft, zal in ons worden tot een fontein van levend water: "Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: 'Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! "Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft, "zo zegt de Schrift.' Hiermee doelde hij op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven." (Johannes 7:37-39).

    Hij heeft beloofd: Ik geef mijn schapen eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan. Johannes 10:28,29

    Hij geeft gezegd: wie in mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven (Johannes 11:26).

    Vaarwel, leven onder de zonde. Vaarwel zonde. Vaarwel 1even zonder Christus. Vaarwel dood, Vaarwel hel en satans machten. Vaarwel liefde voor de zonde: we hebben met je afgerekend. Vaarwel graf, want we zijn opgestaan. Vaarwel dode wereld, we hebben je overwonnen.

    Geen angst voor het sterven, want het sterven is niet meer 'dood-gaan'. Sterven is overgaan, vanuit het aardse leven in het hemelse leven.

    't Is Pasen geworden - nu kunnen Gods kinderen aan het eind van de aardse levensreis het moede hoofd zonder angst neerleggen, want het sterven is niet dood-gaan. Sterven is binnengaan in de heerlijkheid van Jezus Christus om de kroon des levens te ontvangen. Sterven is de eeuwige heerlijkheid binnen gaan om voor eeuwig te juichen voor Zijn troon.

  3. Nu is er uitzicht op een heerlijke toekomst voor de gelovigen.

    1 Corinthe 15 en Philippenzen 3:10,11.

    Als Christus wederkomt, zullen ook de lichamen van hen die in Christus ontslapen zijn, uit de dood opstaan, 1 Thessalonicenzen 4:13-18; Philippenzen 2:10,11.

    Hiervoor is Christus gestorven en uit de dood opgestaan. Zijn Naam zij geprezen tot in alle eeuwigheid.