Het boek Openbaring - Openbaring 12

U kunt deze studie meeluisteren:

Openbaring 12:1-6

 

Openbaring 12:7-18

OORLOG IN DE HEMEL

DE VROUW EN DE DRAAK :1-6

SATAN UIT DE HEMEL GEVOCHTEN :7-18

OORLOG IN DE HEMEL

DE VROUW EN DE DRAAK

Openbaring 12: 1-6

 

"Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood. Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was. Maar toen ze het kind gebaard had een zoon, die alle volken met een ijzeren herdersstaf zal hoeden, werd het dadelijk weggevoerd naar God en zijn troon. De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn. God had daar een plaats voor haar gereedgemaakt, waar twaalfhonderdzestig dagen lang voor haar gezorgd zou worden." (Openbaring 12:1-6)

 

NBG:

1 En er werd een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd;

2 en zij was zwanger en schreeuwde in haar weeën en in haar pijn om te baren.

3 En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen.

4 En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden.

5 En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon.

6 En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden.

 

Deze verzen vormen de inleiding tot het afschuwelijke wat ons in vers 7 wordt meegedeeld: "Toen brak er oorlog uit in de hemel." Letterlijk: "En er geschiedde oorlog in de hemel." De woorden 'en er geschiedde' leiden in de Bijbel altijd een afschuwelijk gebeuren in. Denk maar aan Lucas 2:1. "En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden ingeschreven."

 

 

Geen chronologische volgorde

 

De grote fout die velen maken is dat zij denken dat het boek Openbaring alle toekomstige gebeurtenissen in een chronologische volgorde plaatst. Dat kan echter niet. Er zijn te veel zaken die ongeveer gelijktijdig plaats hebben, dat het boek Openbaring ze allemaal na elkaar moet vertellen.

 

 

Twee tekenen

 

Het woord 'teken' dat hier gebruikt wordt (semeion), is het zelfde woord als het woord teken dat in het evangelie van Johannes gebruikt wordt voor de wondertekenen die de Here Jezus deed. Dit teken vertelt ons, dat er nu iets bijzonders gaat gebeuren, terwijl het met een wonder te maken heeft.

 

Het is een belangrijk teken, daarom moeten wij ook goede aandacht aan dit teken besteden! Hier is God aan het woord, om u en mij een belangrijke boodschap door te geven!

 

Johannes ziet twee tegenovergestelde tekenen:

1. Een bijzondere vrouw.

2. De draak, de duivel zelf.

 

 

Welke hemel?

 

Een andere vertaling geeft deze verzen als volgt weer:

  •  Er werd een groot teken gezien aan de hemel (:1)
    Grieks: en = in
  • En er werd een ander teken aan de hemel gezien (:3)
    Grieks: en = in
  • En zijn staart vaagde het derde deel van de sterren van de hemel weg (:4)
  • En er geschiedde oorlog in de hemel (:7)

Hemel is de vertaling van het Griekse woord ouranos.

Het heeft verschillende betekenissen, net zoals het woord 'hemel' in onze taal ook verschillende betekenissen heeft.

  1.  Het is het gewelfde uitspansel van de lucht met alle dingen die daarin zichtbaar zijn, dat is dus
    • het heelal
    • het gebied waar de wolken en de stormen vergaderen en waar donder en bliksem voortgebracht worden
    • de sterrenhemel
      Het is het gebied boven de sterrenhemel, de hemel waar God woont met de engelen.
  2. De wolkenhemel wordt soms gezien als de eerste hemel.
  3. De sterrenhemel wordt dan gezien als de tweede hemel.
  4. De hemel waar God woont is dan de derde hemel. Dat is dan de hemel der hemelen.

 

Welke hemel is hier bedoeld? Het is mogelijk dat Johannes de vrouw ziet terwijl zij in de hemel is. Het kan ook zijn, zoals meerderen denken, dat hij haar ziet aan het firmament. Dan zouden wij in onze taal zeggen: het was een teken in de lucht.

Ik denk echter dat het hier gaat over de hemel waar God woont.

 

 

Het eerste teken

 

"Het eerste teken: een groot teken in de hemel gezien: een vrouw, met de zon bekleed, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd; en zij was zwanger en schreeuw¬de in haar weeën en in haar pijn om te baren." (:1,2)

  1. De vrouw is bekleed met de zon, de maan is onder haar voeten en zij heeft een krans van twaalf sterren op haar hoofd.

    Een vrouw bekleed met de zon en de maan onder haar voeten is een vrouw, die een zeer hoge positie bij God inneemt. De twaalf sterren, die herinneren aan de twaalf aartsvaders en de twaalf stammen van Israël, tekenen haar koninklijke waardigheid.

    Het beeld dat hier gebruikt wordt komt uit het Oude Testament. De vrouw is het beeld van het volk Israël.
    1 Zo zegt de HERE: De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank Mijner voeten...
    6 Er klinkt gedruis uit de stad! Het klinkt uit de tempel! De stem van de HERE, die vergelding brengt over zijn vijanden!
    7 Voordat zij smarten kreeg, heeft zij gebaard; voordat de weeën haar overvielen, heeft zij een zoon ter wereld gebracht.
    8 Wie heeft zo iets gehoord, wie heeft iets dergelijks gezien? Wordt een land op een dag voortgebracht of een volk op eenmaal geboren? Maar Sion heeft nauwelijks barensweeën gekregen, of zij baarde haar kinderen.
    10 Verheugt u met Jeruzalem en juicht over haar, gij allen die haar liefhebt. Verblijdt u over haar met blijdschap, gij allen die over haar treurt, opdat gij zuigt en u laaft aan haar vertroostende borst,
    11 opdat gij met volle teugen u laaft aan haar rijke moederborst.
    12 Want zo zegt de HERE: Zie, Ik doe haar de vrede toestromen als een rivier en de heerlijkheid der volken als een overvolle beek; dan zult gij zuigen, gij zult op de heup gedragen en op de knieën gekoesterd worden.
    13 Zoals iemands moeder hem troost, zo zal Ik u troosten, ja, in Jeruzalem zult gij getroost worden.
    14 Als gij het ziet, zal uw hart zich verblijden, en uw gebeente zal gedijen als het jonge groen; de hand des HEREN zal zich aan zijn knechten doen kennen en Hij zal toornen op zijn vijanden.
    15 Want zie, de HERE zal komen als vuur en zijn wagens zullen zijn als een storm, om zijn toorn te openbaren in gloed en zijn dreiging in vuurvlammen.
    16 Te vuur en te zwaard zal de HERE gericht oefenen over al wat leeft, en de door de HERE verslagenen zullen talrijk zijn. (Jesaja 66:1,6-16; zie ook 54:1)

    De vrouw - Israël - is in barensweeën. Zo wordt Israël in de profetie getekend:
    "Zoals een zwangere vrouw in barensnood ineenkrimpt en schreeuwt in haar weeën, zo verschenen wij voor u, o HEER." (Jesaja26:17)
    "Krimp ineen en schreeuw het uit, vrouwe Sion, krimp ineen als een vrouw die baren moet. Je zult de stad moeten verlaten en gaan leven op het veld. Je zult naar Babel gaan, en daar zul je worden bevrijd, uit de handen van je vijanden worden vrijgekocht door de HEER." (Micha 4:10)

    De aankleding van de vrouw herinnert aan de Messiaanse droom van Jozef. Jozef was immers een beeld van de Messias in Zijn lijden.
    5 En Jozef had een droom en vertelde die aan zijn broeders; daarom haatten zij hem nog meer.
    6 Hij zeide namelijk tot hen: Hoort toch deze droom die ik gehad heb.
    7 Zie, wij waren aan het schoven binden in het veld, daar richtte mijn schoof zich op en bleef overeind staan, en zie, uw schoven omringden haar en bogen zich voor mijn schoof neer.
    8 Daarop zeiden zijn broeders tot hem: Wilt gij soms koning over ons zijn? Wilt ge soms over ons heersen? Toen haatten zij hem nog meer om zijn droom en om zijn woorden.
    9 En hij had nog een andere droom, die hij aan zijn broeders verhaalde. Hij zeide: Nu heb ik weer een droom gehad, en zie, de zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer.
    10 Toen hij dit aan zijn vader en zijn broeders verhaalde, onderhield zijn vader hem daarover, en zeide tot hem: Wat voor een droom is dat, die gij gehad hebt? Zullen soms ik, uw moeder en uw broeders komen om ons voor u ter aarde neer te buigen?
    11 Zijn broeders dan benijdden hem, maar zijn vader hield de zaak in gedachten. (Genesis 37:5-11)
    Het beeld dat Johannes in de hemel ziet is een Messiaans beeld. Hoewel wij in hoofdstuk 12 nog midden in de beschrijving van de grote verdrukking zijn, wordt opnieuw naar de toekomst gekeken. Nu echter niet, zoals in andere teksten, naar het rijk van de toekomst, maar naar de Heerser van de toekomst: de Messias. Anders gezegd: van grote verdrukking naar het vrederijk.
  2. De vrouw staat op het punt om haar Kind te baren. Er is sprake van weeën.
    Van deze weeën was ook sprake bij de Here Jezus. Het woord weeën verwijst naar het eind van de grote verdrukking en het aanbreken van het Messiaanse rijk. De Heer zei in Zijn profetische toespraak: "Doch dat alles is het begin der weeën." (Mattheüs 24:8)
  3. Dit teken is een teken dat in de hemel gezien wordt. Telkens in het boek Openbaring worden wij verplaatst van de hemel naar de aarde. Nu ook zien wij, dat vanuit de hemel bestuurd zal worden, dat op aarde dit Kind, de Messias zal komen. Het wil ons zeggen, dat de Messias niet slechts een gewoon, aards mens zal zijn, maar dat Hij een hemelse afkomst zal hebben.

De aandacht moet niet blijven rusten op de vrouw. Het gaat niet om de vrouw, het gaat om haar Kind. De vrouw wordt gezien in de hemel, wat wil zeggen, dat zij (de Joden) bescherming vanuit de hemel zal krijgen. Daarnaast zegt dit gedeelte ons, dat de Messias vanuit de hemel naar de aarde zal komen. Hij zal terugkeren naar Israël!

 

 

Het tweede teken

 

"Het tweede teken: een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden." (:3,4)

 

Satan wordt hier getekend als de draak, als een monster met 7 koppen en 10 horens. Horens zijn het symbool van kracht. Het gaat hier dus over een enorm sterk monster. Het is bijzonder sterk en agressief. Ook heeft hij nog kronen, letterlijk diademen, een sierlint, dat spreekt van koninklijke waardigheid. Terecht daarom als kroon weergegeven. Het gaat over de huidige vorst der aarde, die ziet dat zijn tijd kort is en dat de nieuwe Vorst spoedig zal komen.

 

 

Wie zijn de vrouw en haar kind?

  1. De Zoon:
    De Zoon blijkt duidelijk de Messias van Israël te zijn. Hij zal immers alle heidenen hoeden met een ijzeren staf. Dat verwijst naar Psalm 2, waar van de Messias geschreven staat:

    "Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: 'Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.

    Vraag het mij en ik geef je de volken in bezit, de einden der aarde in eigendom. Jij kunt ze breken met een ijzeren staf, ze stukslaan als een aarden pot.'" (Psalm 2:7-9)

    Dit lezen wij ook in het boek Openbaring:
    11 Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die 'Trouw en betrouwbaar' heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert.
    12 Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op zijn hoofd had hij veel kronen. Er stond een naam op hem geschreven die niemand kende, alleen hijzelf.
    13 Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde 'Woord van God'.
    14 De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde hem op witte paarden.
    15 Uit zijn mond komt een scherp zwaard waarmee hij de volken zal slaan, en hij zal hen met een ijzeren herdersstaf hoeden. Hij zal de wijnpers van de hevige woede van de almachtige God treden." (Openbaring 19:11-15)

    27 Met een ijzeren herdersstaf zal hij hen hoeden, als aardewerk worden ze verbrijzeld. (Openbaring 2:27)

    De Zoon is niet de Here Jezus als Hoofd van de Gemeente, maar in Zijn andere bediening, als Messias van het volk Israël.

    De Zoon werd of wordt op een bepaald moment plotseling van de aarde weggerukt en overgeplaatst naar de hemel.
    De vraag is of dit verwijst naar Zijn hemelvaart, 2000 jaar geleden, of dat het te maken heeft met een nog onbekend moment in de toekomst. De meeste uitleggers gaan ervan uit, dat het slaat op Zijn hemelvaart 2000 jaar geleden. Het kan echter ook zijn, dat het te maken heeft met een bepaald moment rond de grote verdrukking. Bij de vrouw gaat het immers ook over de toekomst en de grote verdrukking.
  2. De vrouw:
    De vrouw is bekleed met de zon en heeft de maan als voetbank. Dit maakt duidelijk dat deze vrouw een hoge positie bekleedt vanuit de hemel bezien. Zij bekleedt een verheven positie.

    De vrouw heeft een kroon met 12 sterren, die het teken zijn van haar koninklijke waardigheid.

    De vrouw is niet Maria, ook al lijkt dat aannemelijk en heeft paus Pius X in 1904 dat officieel verklaard. De vrouw is het beeld van het volk Israël. Deze vrouw is niet Maria, de moeder van de Here Jezus. Maria is niet bekleed met de zon, terwijl de maan ook niet onder haar voeten is. Ook wordt hiermee de Gemeente niet bedoeld, ook al denken veel christen dit. De Gemeente (de Kerk) heeft de Here Jezus niet voortgebracht.

    De vrouw blijkt het volk Israël te zijn, voor wie de dromen van Jozef over zon, maan en sterren dus in vervulling gaan (Genesis 37:9,10). De vrouw heeft geboorteweeën. Dat wil zeggen: barenspijn. Er komt nieuw leven, maar eerst komt er lijden voor het Joodse volk. Dat is het lijden van de grote verdrukking. Het gaat hier over de weeën die aan de komst van het Messiaanse vrederijk vooraf gaan.

    Hoewel de vrouw - Israël - op aarde is, wordt zij gezien als in de hemel. Dit toont ons, dat Israël staat onder de bescherming van God.

    De vrouw vlucht naar de woestijn. Zij zal daar 1260 dagen blijven. Dat is de lengte waarover ook de profeet Daniël schrijft: 3 1/2 jaar; de tweede helft van de grote verdrukking.

 

De 12 sterren

 

Sommigen denken aan het sterrenbeeld: de dierenriem. Een dergelijke vergelijking komen wij nergens tegen in de Bijbel.

Anderen denken aan echte sterren.

Het lijkt mij, naar aanleiding van Openbaring 21:12-14, dat wij hier moeten denken aan de 12 aartsvaders van het Joodse volk, die wij later terugzien in de 12 stammen van Israël. Alle 12 stammen keren terug naar het eigen land.

 

Het is mogelijk dat het hier gaat over gewone sterren. Het lijkt mij beter om hier aan engelen te denken, zoals al meteen in hoofdstuk 1 van dit boek gebeurt.

Het gaat dan over belangrijke engelen die met satan in opstand tegen God gekomen zijn.

 

Wat in deze verzen gezegd wordt over de sterren, doet denken aan de woorden van de Here Jezus:

 

"Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister." (Mattheüs 24:29,30)

 

 

De draak

 

De draak is dezelfde figuur als degene die wij kennen als de oude slang (vers 9), de duivel, de satan. Hij is de misleider van de gehele wereld. (Zie ook 20:2) Hij heeft grote kracht, wat blijkt uit het feit dat hij 7 koppen en 10 horens heeft en ook nog eens 7 kronen. Horens zijn het beeld van kracht. Hij heeft echter niet 1 of 2 horens. Hij heeft er wel 10. Dat toont zijn onvoorstelbare kracht en macht. Hij is bijzonder agressief en sterk. Hij ontziet niets en niemand. Hij is de briesende leeuw die zoekt wie hij kan verslinden. Zo wordt satan getekend in de eindtijd.

 

Veel christenen hebben geen idee van de grote macht die de duivel op aarde heeft. Toen satan als machthebber van de aarde alle koninkrijken van de aarde aan de Here Jezus aanbood, was dat geen grootspraak zoals velen denken, maar was dat pure realiteit! "De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en zei: 'Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.'" (Mattheus 4:8,9)

 

Letterlijk: "Weer neemt de duivel hem mee, naar een zeer hoge berg; hij toont hem alle koninkrijken van de wereld en hun glorie,

en hij zegt tot hem: dat alles zal ik jou geven, als je neervalt en hulde brengt aan mij!"

 

Lucas beschrijft dit moment nog drastischer:

 

5 Toen bracht de duivel hem naar een hooggelegen plaats en liet hem in een en hetzelfde ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien.

6 De duivel zei tegen hem: 'Ik geef u de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil;

7 als u in aanbidding voor mij neervalt, zal dat allemaal van u zijn.' (Lucas 4:5-7)

 

Zei de Heer toen dat de duivel onzin sprak? Nee, Hij ging er serieus op in en zei dat men alleen God moet aanbidden. Hiermee bevestigde wat de satan over zijn macht over de aarde zei!

 

Later noemde de Here Jezus hem 'de heerser (NBG: overste) van deze wereld' (zie Johannes 12:31; 14:30; 16:11).

GNB: "Nu wordt deze wereld geoordeeld; nu zal de heerser van deze wereld van zijn troon gestoten worden."

HSV: "de vorst van deze wereld."

 

Paulus noemt hem 'de god van deze wereld' (Ephese 2:2; vgl. 2 Corinthe 4:4).

 

De kleur van de draak is rood. Dat verwijst naar zijn wreedheid en bloeddorstigheid, zowel in de hemel als op aarde. "Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen." (Johannes 8:44)

 

De draak is zo machtig dat hij met zijn staart een derde deel van de sterren van de hemel meesleurt en die op de aarde werpt. Het herinnert ons aan de profetie van Daniël over de geitenbok:

 

8 De geitenbok maakte zich bijzonder groot, maar op het toppunt van zijn macht brak zijn grote horen af. Daarvoor in de plaats kwamen vier opvallende horens, die naar de vier windrichtingen wezen.

9 Uit één daarvan kwam nog een horen op, die eerst klein was, maar geweldig uitgroeide naar het zuiden, naar het oosten en naar het Sieraadland.

10 Hij groeide tot aan de hemelmachten en zorgde ervoor dat een deel van het sterrenleger naar de aarde viel, en hij vertrapte het. (Daniël 8:8-10)

 

 

Deze draak doet denken aan het monster

 

Uit de profetie van Daniël:

7 Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens.

8 Terwijl ik op die horens lette, zie, daartussen verhief zich een andere kleine horen, en drie van de vorige horens werden daarvoor uitgerukt; en zie, in die horen waren ogen als mensenogen en een mond vol grootspraak.

 

19 Toen wilde ik de ware zin weten van het vierde dier, dat van die alle verschilde, dat buitengewoon vreselijk was met zijn ijzeren tanden en zijn koperen klauwen, dat at en vermaalde en wat overbleef met zijn poten vertrad,

20 en van de tien horens, welke op zijn kop waren, en van die andere, die zich verhief en waarvoor er drie uitvielen, terwijl deze horen met ogen en een mond vol grootspraak, er groter uitzag dan de andere.

21 Ik zag, dat die horen strijd voerde tegen de heiligen en hen overmocht,

22 totdat de Oude van dagen kwam en recht verschaft werd aan de heiligen des Allerhoogsten en de tijd naderde, dat de heiligen het koningschap in bezit kregen.

23 Hij sprak aldus: Dat vierde dier is het vierde koninkrijk, dat op aarde zal zijn, dat verschillen zal van alle andere koninkrijken, en dat de gehele aarde zal verslinden en haar zal vertreden en vermorzelen.

24 En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen.

25 Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd;

26 dan zal de vierschaar zich nederzetten, en men zal hem de heerschappij ontnemen en hem verdelgen en vernietigen tot het einde. (Daniel 10)

 

8 De geitenbok maakte zich bijzonder groot, maar op het toppunt van zijn macht brak zijn grote horen af. Daarvoor in de plaats kwamen vier opvallende horens, die naar de vier windrichtingen wezen.

9 Uit één daarvan kwam nog een horen op, die eerst klein was, maar geweldig uitgroeide naar het zuiden, naar het oosten en naar het Sieraadland.

10 Hij groeide tot aan de hemelmachten en zorgde ervoor dat een deel van het sterrenleger naar de aarde viel, en hij vertrapte het.

11 Hij verhief zich zelfs tegen de vorst van het leger, waardoor de vorst het dagelijks offer werd ontnomen en zijn heiligdom werd neergehaald.

12 Hij bracht een leger op de been tegen het dagelijks offer, hij overtrad de wet en richtte de waarheid te gronde. Alles wat hij ondernam lukte hem. (Daniël 8:8-12)

Zo lijkt het dat de islam in het Midden Oosten in de eindtijd beschreven wordt.

 

 

De horens

 

23 Hij zei: "Dat vierde dier duidt op een vierde koninkrijk dat op aarde zal komen, anders dan alle andere koninkrijken, en dat de hele aarde zal verslinden, vertrappen en vermorzelen.

24 Die tien horens duiden op tien koningen die uit dat koninkrijk zullen opstaan, maar na hen zal een andere opstaan, anders dan alle vorige, en deze zal drie koningen ten val brengen.

25 Hij zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd.

26 Dan zal het hof plaatsnemen en zal hem zijn heerschappij ontnomen worden, hij zal voor eeuwig verdelgd en vernietigd worden." (Daniël 7:23-26)

 

 

De kronen

 

Kronen zijn het beeld van macht. In het boek Daniël horen wij al van dit 'beest'.

 

Een laatste poging van satan om de komst van de Messias tegen te gaan. Opmerkelijk is het, dat ook dit beeld herinnert aan de eerste komst van de Here Jezus naar de aarde. Opnieuw zal hij een deel van de sterren, dat is van de (gevallen) engelen meeslepen. Hier zullen wij niet moeten denken aan letterlijke sterren, maar aan engelen, gevallen engelen.

 

 

Hoe moeten wij dit gedeelte uitleggen?

 

Hier hebben wij een gedeelte waarvan het niet gemakkelijk is om de juiste uitleg te weten. Het gaat hier over de vraag, of wat hier staat te maken heeft met de geboorte van de Here Jezus, zo'n 2000 jaar geleden, of dat het hier gaat over iets dat nog altijd toekomstig is.

  1.  Het is mogelijk, dat hier gekeken wordt naar de eerste komst van de Here Jezus. Er wordt dan gekeken naar de poging van Herodes om het Kind te doden. Ook wordt gekeken naar de hemelvaart van de Here Jezus.
  2. Het is ook mogelijk, dat hier gekeken wordt naar toekomstige gebeurtenissen. De vrouw is het beeld van het Joodse volk. Het Joodse volk zal opnieuw de Messias voortbrengen. Nu echter niet om te lijden en te sterven. Nu om de heidenen te hoeden met een ijzeren staf. Dat wil zeggen: Hij zal komen om de heidenen in bedwang te houden.

 

Het grote conflict op aarde

 

Wanneer wij de Bijbel lezen en bestuderen ontdekken wij van het begin tot het eind welke macht satan had en heeft en hoe hij deze macht misbruikt om Gods werk te dwarsbomen.

  1.  Wij zien het al in de Hof van Eden, waar hij de gehele schepping van God in het onheil stort. God had een mooie tuin geschapen en satan maakte er een verboden gebied van.
  2. Wij zien het bij de komst van de zonen van God die zich vermengen met de dochters van de mensen, waarna de gehele aarde verdorven is en er reuzen geboren worden, half demonische - half menselijke wezens.
  3. Vervolgens zien wij het in Egypte als farao wil dat alle jongens in de Nijl verdronken worden en het volk Israël zal uitsterven (Exodus 1).
  4. In het boek Esther zien wij hoe satan tracht het gehele Joodse volk uit te roeien, als Haman hiervoor toestemming gekregen heeft van de koning.
  5. Herodes trachtte het Kind Jezus te vermoorden door middel van de kindermoord te Bethlehem.
  6. Wij zien het als de mensen van Nazareth trachtten Hem van de rots te gooien. "Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten." (Lucas 4:29)
  7. Wij zien het ook in de gebeurtenissen van onze eigen tijd. Eigenlijk al in een periode van bijna 2000 jaar, waarin allerlei groepen getracht hebben de Joden uit te roeien en hun naam van de aardbodem te doen verdwijnen. Wij zien het in onze tijd in het bijzonder van de kant van de islamitische terroristen.

Het lijkt mij dat wij hier eerst in Openbaring 12:1-6 een beschrijving hebben van Israëls geschiedenis tot aan de hemelvaart van de Here Jezus. Zoals Openbaring 1 ons zegt: "Schrijf daarom op wat je gezien hebt, wat er nu is en wat hierna zal gebeuren." (vers 19) Dat is: verleden, heden en toekomst tot aan de grote verdrukking.

 

Hier kan nog aan toegevoegd worden, dat de strijd die satan strijdt, juist ook tegen de christenen gericht is. "Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden." (Ephese 6:12,13)

 

Wij behoren in zekere zin bij het leger van de Heer. Wij staan onder Zijn commando. Wij zijn ons bewust dat wij in de duivel een gevaarlijke tegenstander hebben. Daarom schuilen wij dicht bij de Heer.

 

Er komt dus oorlog in de hemel. Nu komt satan daar nog steeds; denk aan het boek Job. Hij klaagt nog steeds de gelovigen aan. Maar t.t.v. de grote verdrukking wordt hij uit de hemel gevochten.

 

Wij mogen denken aan teksten als:

Psalmen 36:7 (36:8) Hoe kostbaar is uw liefde, God!

In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen,

Psalmen 61:4 (61:5) Laat mij altijd wonen in uw tent,

veilig verscholen onder uw vleugels.

 

"En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden." (:5,6) Zie hiervoor Psalm 2:9 en Jesaja 11:4

 

De satan zal proberen Jezus bij Zijn wederkomst te doden. God zal Zijn Zoon echter beschermen. Daarop zal satan trachten het volk Israël uit te roeien. Ook dit zal hem niet lukken.

 

 

De vrouw vlucht naar de woestijn

 

Dit is niet een terugblik op de vlucht naar Egypte. Dit is een profetisch beeld.

Het lijkt mij dat hier niet gedacht moet worden aan de vlucht van de Jezus als Messias belijdende Joden uit Jeruzalem in het jaar 66 na Christus, toen zij vluchtten naar Pella, aan de oostkant van de Jordaan. Het lijkt mij dat hier ook niet gedacht moet worden aan de vlucht van de Joodse geleerden in 70 na Christus, na de verwoesting van Jeruzalem naar Jabne, een plaats in het Noorden van Israël.

 

De volgende verzen maken duidelijk, dat het hier over iets heel anders gaat:

13 Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een zoon gebaard had.

14 Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang.

15 Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren. 16 Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd.

17 De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. (Openbaring 1213-17)

 

 

Oorlog in de hemel

 

7 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand

8 maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. (Openbaring 12)

 


 

SATAN UIT DE HEMEL GEVOCHTEN

Openbaring 12:7-18

 

Het boek Openbaring neemt ons afwisselend mee naar de hemel en naar de aarde. In dit hoofdstuk gebeurt dat eveneens.

 

Dit gedeelte vertelt ons dat aan het eind van de grote verdrukking er een heuse oorlog gestreden zal worden in de hemel. Zoals alle profetie vanuit het verleden verteld wordt, omdat het eerder aanschouwd is, zo is dat ook hier het geval. Wij hebben hier echter geen beschrijving van de opstand van satan tegen God in een ver, ver verleden. Dit is toekomst. Dit is wat er in de grote verdrukking zal gebeuren.

Het doet wel sterk denken aan wat de Here Jezus zei, namelijk dat Hij zag dat satan als een bliksem uit de hemel viel (Lucas 10:18).

 

Satan komt tot die tijd (de grote verdrukking dus) nog altijd in de hemel voor God om de christenen en het Joodse volk aan te klagen (Job 1:6-12; 2:1; Zacharia 3:1). Hier wordt nu een eind aan gemaakt. De aartsengel Michaël gaat over tot de strijd. Niet satan bindt de strijd aan met Michaël, maar Michaël bindt de strijd aan met de draak. Logisch dat hierop de draak ook overgaat tot de oorlog met Michaël.

 

Deze strijd is niet de aanleiding tot de definitieve nederlaag en verbanning naar de hel van satan. Dat gebeurt pas na het Messiaanse vrederijk. Dit gebeurt aan het eind van de grote verdrukking, dus nog voor het aanbreken van het duizendjarig vrederijk.

 

Dit betekent ook niet dat satan nu tijdens de volgende hoofdstukken een gebondene is. De volgende hoofdstukken beschrijven dezelfde tijd als wij eerder zagen, maar vanuit een ander perspectief. Wij hebben in het boek Openbaring dus geen chronologische volgorde.

 

 

De toekomst volgens de rabbijnen

 

In Openbaring 12 hebben wij een opmerkelijke beschrijving van de tijd zoals de rabbijnen hem verwachten. In de tijd van de Messiaanse weeën, zullen hemel en aarde verenigd worden in hun strijd tegen de antichrist, de valse messias, hier voorgesteld als de draak. In die tijd zal het volk Israël, hier voorgesteld als de vrouw, naar de woestijn gevoerd worden, waarna "het Kind", de Zoon van Israël, als Redder zal komen. De valse messias, dat is de antichrist (de draak) wil Hem doden. De Zoon zal echter de antichrist, de valse messias verslaan en Heerser worden en alle heidenen hoeden met een ijzeren staf, zoals in Psalm 2:9 en Jesaja 11:4 aangekondigd was, dat de Messias zou doen.

 

Jesaja 63 zegt ook dat de Messias vanuit de woestijn zal komen.

 

 

Michaël

 

Michaël wordt in het boek van Daniël al getoond als de grote beschermer van het volk Israël. Hij bestreed een demon: "Maar de vorst van het Perzische koninkrijk heeft mij eenentwintig dagen tegengehouden voordat Michaël, een van de voornaamste vorsten, mij te hulp schoot toen ik daar, bij de koningen van Perzië, zo alleen stond.

21 Maar eerst zal ik je zeggen wat er in het geschrift van de waarheid geschreven staat. Niemand steunt mij in mijn strijd tegen deze vorsten, behalve je vorst Michaël." (Daniël 10:13,21)

 

Hoewel Michaël met zijn engelen de strijd voert, wordt de overwinning de Here Jezus en de martelaren toegerekend. Zie vers 11. Vele eeuwen lang is satan de aanklager van de gelovigen geweest bij God. Hier komt nu eindelijk een einde aan. Daarmee wordt op dit moment even teruggekeken naar de verlosten die wij al eerder zagen en die in de hemel waren.

 

Het zal zeker voor de aanwezigen in de hemel, zoals de gelovigen een heel bijzonder gebeuren zijn als zij voor hun ogen de strijd van Michaël tegen de duivel zien plaats hebben. Zij gaan er God ook voor loven en prijzen!

 

 

Satan de draak

 

In het Oude Testament wordt een aantal namen gebruikt die alle verwijzen naar satan:

 

Rahab.

Dit is geen verwijzing naar Rachab de prostituee uit Jericho. Het is een verwijzing naar Egypte.

"Ontwaak, ontwaak, arm van de HEER, en bekleed u met kracht! Ontwaak als in de dagen van weleer, als in lang vervlogen tijden.

Was u het niet die Rahab vermorzelde, die het monster doorboorde? (Jesaja 51:9)

"Met zijn kracht doet hij de zee bedaren en met zijn vaardigheid verdelgt hij Rahab." (Job 26:12)

 

Leviatan, het zeemonster.

"Op die dag zal de HEER ingrijpen: hij trekt zijn groot en machtig zwaard tegen Leviatan, de snelle, kronkelende slang, en hij zal Leviatan doden, het monster in de zee." (Jesaja 27:1)

"U hebt de schedels van Leviatan verbrijzeld, hem als voedsel gegeven aan de dieren in de woestijn." (Psalm 74:14)

"Daar bewegen de schepen zich voort, daar gaat Leviatan, door u gemaakt om ermee te spelen." (Psalm 104:26)

Zie ook Job 40:25-41:26 Uit dit gedeelte blijkt duidelijk, dat Leviatan niet een gewoon zeedier is.

 

Behemot.

In Job 40:15-24 een bovennatuurlijk wezen.

 

Tanin.

9 Ontwaak, ontwaak, arm van de HEER,

en bekleed u met kracht!

Ontwaak als in de dagen van weleer,

als in lang vervlogen tijden,

Was u het niet die Rahab vermorzelde,

die het monster doorboorde?

(Jesaja 51:9) 'Monster' = Tanin.

U hebt door uw kracht de zee gespleten en de koppen van monsters op het water verpletterd. (Psalm 74:13)

"Ben ik de zee of het zeemonster? Moet u mij daarom bewaken?" (Job 7:12)

 

Nachash.

Dat is slang. Zo leren wij hem kennen in genesis 3:1-19. zie ook Jesaja 27:1; Amos 9:3 en Job 26:13.

 

 

Satan door de gelovigen 'overwonnen'

 

11 Zij hebben hem dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard." (Openbaring 12:11)

 

De strijd van Michaël tegen de duivel wordt hier zelfs gezien als een strijd van de gelovigen tegen de duivel. De gelovigen zijn nu 'mede-overwinnaars' geworden. Wat een grote vreugde zal dat zijn, als de gelovigen in de hemel deze woorden te horen krijgen.

 

Eén van hen zal Stephanus zijn die eens bad:

"59 Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: 'Heer Jezus, ontvang mijn geest.'

60 Hij viel op zijn knieën en riep luidkeels: 'Heer, reken hun deze zonde niet aan!' En na deze woorden stierf hij." (Handelingen 7:59,60)

 

 

Satan op aarde geworpen

 

"De grote draak werd op de aarde gegooid" (:9). Alle door mij geraadpleegde commentaren hebben deze zinsconstructie: satan werd op de aarde geworpen. Het vreemde echter is, dat in het Grieks een afwijkend voorzetsel staat: 'eis' en niet 'en'.

 

Dit voorzetsel staat ook in vers 6, waar de vertaling luidt: "De vrouw zelf vluchtte naar de woestijn." Betekent dit dat zij aan de rand van de woestijn bleef staan? Nee, het betekent dat zij de woestijn in gaat. Het Griekse woord 'eis' betekent 'naar binnen'.

 

Hoewel allen vertalen dat de draak naar de aarde gegooid wordt en dan op aarde achterblijft, is het ook mogelijk om te vertalen, dat de draak 'in' de aarde geworpen werd. Hij wordt dan verbannen naar een bijzondere plaats in de aarde. Wij kennen die plaats. We hebben er al eerder van gehoord: de afgrond.

 

Dit betekent dat wij hier vooruit lopen op de aankondiging van Openbaring 20:

1 Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand.

2 Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren.

3 Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten." (Openbaring 20:1-3)

 

Het valt op, dat in Openbaring 12:10 ook meteen na de aankondiging dat satan in de aarde geworpen is, de vermelding komt van het Messiaanse vrederijk: "Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: 'Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht." Dit is de aankondiging van het aanbreken van het duizend jarig vrederijk.

 

Nu komt de vervulling van het gebed "Het onze Vader" dichtbij: "Uw koninkrijk kome". Nu komt de vervulling dichtbij van wat de engel Gabriël tegen Maria gezegd had: "Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.' (Lucas 1:31-33)

 

In onze tijd is satan nog de heerser op aarde. Hij is de god van deze eeuw. De dag komt steeds dichterbij dat hij als een afgod onttroond zal worden en Jezus Koning zal zijn.

 

Daarom: "Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi." (1 Petrus 5:8)

 

Het is de vraag of bijvoorbeeld vers 12 waar een 'wee' over de aarde wordt uitgesproken een chronologisch vervolg is, of gewoon een constatering van gelijktijdige gebeurtenissen: het werk van satan op aarde.

 

 

Feest in de hemel en leed op aarde

 

12 Daarom: juich, hemel, en allen die daar wonen! Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.'

 

God, de engelen en de gestorven gelovigen in de hemel die tot dit moment allen nog satan in de hemel zagen verschijnen, zijn haast uitbundig van vreugde. Satan komt niet meer in de hemel. Ze hoeven de confrontatie met de duivel niet meer aan te gaan.

 

Voor de mensen op aarde breekt er een ellendige tijd aan. Je zou bijna zeggen: "De hel breekt los op aarde."

HSV: "Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft."

 

De aankomst van satan op aarde zal tot gevolg hebben, dat het beest uit de zee zal opkomen en ook het beest uit de aarde. Het leed dat dan op aarde uitbreekt zal onvoorstelbaar zijn, zowel voor Joden als voor de rest van de wereld. Mensen zullen wanhopig zijn. Vol vrees en angst. "Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee; de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen." (Lucas 21:25,26)

 

Letterlijk: "De mensen zullen ontzield raken van vrees."

Het BOEK: "De mensen zullen het besterven van angst."

 

 

De draak achtervolgt de vrouw

De vrouw is in de woestijn

 

Satan weet dat zijn aardse einde nabij komt. Toen de Here Jezus eens een bezetene bevrijdde van zijn demonen, wisten deze demonen dat het nog niet hun tijd was om gestraft te worden. Dat wisten zij! Mattheus 8:29)

 

Nu zal er grote woede zijn van satan, nu hij ziet dat zijn einde nadert en de dag dichterbij komt, dat hij in de afgrond geworpen zal worden.

 

Vers 13 vertelt, dat de draak de vrouw achtervolgt nadat hij uit de hemel geworpen is. Hierop vlucht 'de vrouw', het volk Israël naar 'de woestijn' (:14).

Om hier naar toe te kunnen vluchten krijgt de vrouw van God twee arendsvleugels. Ze kan nu vliegen naar haar eigen plaats in de woestijn. Hier zal zij door God verzorgd en behoed worden.

 

Israël in de woestijn, zie:

Dit zijn voorbeelden van wat in de eindtijd met Israël zal geschieden. "Als in de dagen van zijn bevrijding uit Egypte laat ik dit volk wonderbaarlijke daden zien. De volken zullen het zien en beschaamd staan, beroofd van hun kracht, doof en met de hand op de mond. Ze zullen stof likken als een slang, als dieren die kronkelen over de grond. Sidderend zullen ze uit hun burchten komen, vol ontzag voor de HEER, onze God. Ze zullen u vrezen!" (Micha 7:15-17)

 

"Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht." (Exodus 19:4)

 

11 Zoals een arend over zijn jongen waakt

en voortdurend erboven blijft zweven,

zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt,

12 zo heeft de HEER zijn volk geleid,

hij alleen: geen andere god stond hem bij.

(Deuteronomium 32:11,12)

 

De adelaarsvleugels vormen in het Oude Testament het beeld van de zorg van God voor Zijn volk. Dat beeld blijft ook in het boek Openbaring bestaan. Het beeld blijft zelfs ook voor ons bestaan!

Israël zal gedurende de tweede helft van de grote verdrukking in de woestijn veilig zijn.

 

De Bijbel kent de woestijn van de volken:

33 Zo waar ik leef spreekt God, de HEER, ik zal jullie koning zijn, een koning die met sterke hand en opgeheven arm zijn toorn over jullie uitstort.

34 Uit de landen waarover jullie verstrooid zijn, uit de volken waartussen jullie wonen, zal ik je bijeenbrengen en wegvoeren, met sterke hand en opgeheven arm. Ik zal mijn toorn over jullie uitstorten

35 en je de woestijn van de volken injagen. Daar zullen jullie oog in oog met mij komen te staan en zal ik jullie aanklagen.

36 Zoals ik jullie voorouders in de woestijn van Egypte heb aangeklaagd, zo zal ik ook jullie aanklagen spreekt God, de HEER.

37 Ik zal je onder mijn herdersstaf dwingen en je houden aan de verplichtingen van ons verbond.

38 Wie tegen mij in opstand komen en rebelleren, zal ik scheiden van de anderen: ik zal hen wegleiden uit hun ballingschap, maar niet om hen naar hun eigen land terug te brengen. Jullie zullen weten dat ik de HEER ben. (Ezechiel 20:33-38)

 

Dit gedeelte beschrijft de terugkeer uit de gehele wereld van hen die niet als gelovigen ook tot God terugkeren. Zij komen in de woestijn in plaats van in het beloofde land. Wel uit de landen weggehaald, maar niet in het land der vaderen gebracht. Eerst zal God met hen in het gericht treden.

 

De woestijn der volken, waarover hier geschreven is, zal geen toevluchtsoord zijn, maar een oordeelsplaats. Wie God blijven afwijzen zullen niet uit deze 'woestijn' in Israël komen.

 

In Ezechiël 37:12 lezen wij, dat de volken 'graven' genoemd worden: "Profeteer daarom en zeg tegen hen: "Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen."

 

 

Waar in de woestijn?

 

Menselijkerwijs gesproken bestaat die plaats gewoon niet meer. Het is een 'witte', onvindbare plek op de landkaart. Dat is toch geweldig! De vrouw (Israël) in de woestijn is beschermd tegen de klauwen van de duivel en de antichrist. Maar ongeduld, ongeloof en verleidingen kunnen ertoe leiden dat men misleid en 'uit de tent gelokt' wordt. Vandaar de eerste vermaning om "te volharden tot het einde toe" (Mat. 10:22; 24:13; Mar. 13:13), en ook: "Welzalig is hij die ... 1335 dagen bereikt" (Dan. 12:12).

 

In de Bijbel vinden we enkele voorvallen in het verleden die ons verder helpen om dit alles te verstaan. Toen Lot in Sodom zijn beide gasten wilde beschermen, ging hij naar buiten en sloot hij de deur achter zich. Daar stond hij dan voor een horde geile, uiterst gewelddadige perverselingen. Hij sloot de deur achter zich. Dat betekende dat hij bereid was de beide vreemdelingen met zijn leven te verdedigen. Petje af voor Lot! Het was weliswaar een zelfmoordactie, maar God had het gezien. Dan staat er in de Bijbel: "Maar die mannen (de beide engelen) staken hun hand uit, trokken Lot naar zich toe het huis in en sloten de deur. Zij sloegen de mannen die bij de deuropening van het huis waren, van klein tot groot, met blindheid, zodat zij tevergeefs moeite deden om de deuropening te vinden" (Gen. 19:10 11).

 

Onze geniale Schepper, die elk atoom en molecuul in beweging zet, kan zonder operatie en sonde in het waarnemingsvermogen de mens ingrijpen. Hij schakelt simpelweg het daarvoor bestemde deel van de hersenen uit. Dat heet 'met blindheid slaan', en wij verstaan dat heel wel, ook al is de betrokken tekst ongeveer 4000 (!) jaar oud.

 

Later gebeurde er iets soortgelijks door toedoen van de profeet Elisa (2 Kon. 6:14 23). De vijandelijke Arameeërs maakten hem uit voor een geheime spion en stuurden een grote groep mannen op hem af om het 'object te neutraliseren'. De dienaar van de profeet schrok de volgende morgen enorm toen bleek dat de stad omsingeld was. Maar Elisa bad onversaagd of God de arme jongen op de been wilde helpen door hem een blik in de onzichtbare wereld te gunnen: ze waren omgeven door hemelse vurige paarden en strijdwagens. Daarop bad hij de Heer om het volgende: "Sla dit volk toch met blindheid! En Hij sloeg hen met blindheid, overeenkomstig het woord van Elisa" (2 Kon. 6:18). En plotseling veranderden de elitetroepen in gedesoriënteerde en ongevaarlijke 'wandelaars'. De dienaar kreeg zijn ogen geopend voor Gods dimensie en bij de vijandelijke troepen werden de ogen gesloten.

 

Onze Schepper en DNA programmeerder is geweldig en staat boven alles! In de tijd van de antichrist en zijn consorten zal er iets soortgelijks gebeuren: in de ergste periode van de geschiedenis van de mensheid zal er een absoluut vredige en beschermde oase zijn.

 

 

De profetische geheime code / in welke periode?

 

Het gaat om twee tijdsaanduidingen waar veel mensen helemaal niets mee kunnen beginnen. Ze krijgen pas zin bij de juiste uitleg, een Bijbelgetrouwe interpretatie. "En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats had, die door God gereedgemaakt was, opdat men haar daar zou voeden 1260 dagen" (Op. 12:6). Acht verzen verderop lezen we: "En aan de vrouw werden twee vleugels van een grote arend gegeven, opdat zij naar de woestijn zou vliegen, naar haar plaats, waar zij gevoed wordt, een tijd en tijden en een halve tijd, buiten het gezicht van de slang".

 

De doorgewinterde Bijbellezer weet dat 1260 dagen overeenkomen met 42 maanden of 3 1/2 jaar. Het laatste wordt in Daniël voor de eerste keer profetisch als een tijd en (twee) tijden en een halve tijd geopenbaard. Omdat het in beide verzen om de vlucht van de vrouw gaat, komen de 1260 dagen overeen met de tijd, de tijden en een halve tijd. Dan kunnen we logischerwijs lezen: een jaar, twee jaar en een half jaar! In totaal 3 1/2 jaar.

 

Schijnbaar is deze eenvoudige informatie voor veel mensen verborgen, want de uitleggingen van Openbaring 12 zijn deels schokkend en ontmoedigend en soms gaan je haren er recht van overeind staan. De blik op Israël kan ons helpen om bijbelse profetie beter te verstaan of, als we ons ertegen afschermen, ons laten verkommeren in een geestelijke blindheid en een gevaarlijke onwetendheid. Als je alle verzen met de tijdsaanduidingen op een rij zet, krijg je een logisch totaalplaatje van de profetische sleutel.

  •  Daniël 9:27 Het vredesverdrag met Israël wordt halverwege de 'week' verbroken (na 3 1/2 jaar dus), waarna de antichrist zijn ware duivelse bedoelingen onthult.
  • Openbaring 11:3 De beide getuigen zullen precies 1260 dagen optreden en de heidenen zullen de voorhof van de tempel 42 maanden lang vertrappen (Op. 11:2).
  • De apocalyptische vervolging wordt tweemaal aangegeven met een tijd, tijden en een halve tijd (in Daniël 7:25 en 12:7) en in Openbaring 13:5 met 42 maanden. In Daniël 12:11 12 worden de godvrezenden aangespoord om vanaf de ontwijding van de tempel 1290 dagen respectievelijk 1335 dagen vol te houden, dus iets meer dan de 3 1/2 jaar. Dat is het "volharden tot het einde", dat onze Heer in het Evangelie van Mattheüs noemt (Mat. 10:27).

(Vanaf "Menselijkerwijs gesproken bestaat die plaats - tot hier" is een citaat van Reinhold Federolf uit 'Nieuws uit Israël' van september 2014.)

 

 

De slang spuugt water

 

In een laatste poging om Israël uit te roeien zal de draak water spugen. Dit water moet als een rivier worden, opdat de vrouw erin zal verdrinken (:15).

 

Let op, dat er niet over een echte rivier geschreven wordt, maar 'als een rivier'. Het gaat erom, dat er een dodelijke bedreiging naar Israël komt. Het zijn de legers van de wereldmachten.

 

Wij kennen een dergelijk beeld uit Jeremia 46:7,8 "Wie zwelt als de Nijl, wie bruist als die onstuimige rivier? Het is Egypte dat zwelt als de Nijl, onstuimig als die bruisende rivier. "Ik zal oprijzen, "roept het, "en de aarde overstromen, steden en inwoners vernietigen."

 

Zie ook: "Dit zegt de HEER: Kijk! Het water zwelt aan uit het noorden, het wordt een allesverwoestende stortvloed. Het overstroomt het land en al wat er leeft, elke stad en allen die daar wonen. Alle mensen jammeren, de bevolking schreeuwt het uit. Daar klinkt de dreunende galop van machtige paarden, daar klinkt het ratelen van strijdwagens. Ouders letten niet meer op hun kinderen, ze staan verlamd van angst." (Jeremia 47:2,3)

 

Denk hierbij aan:

"In het westen zal men de naam van de HEER vrezen en in het oosten zijn majesteit. Want hij zal komen met de kracht van een rivier in een smalle bedding, voortgestuwd door de adem van de HEER." (Jesaja 59:19)

 

Dit vers gaat niet over het komen van de Heer, maar over het komen van de heidense volken, die met de kracht van een rivier naar Israël optrekken om de Joden uit te roeien. Zij komen van alle kanten op aarde, hiertoe aangedreven door de Geest van God. Dit moet de Joden tot inkeer brengen. Het zijn de heidense legers die eraan komen.

 

Na de vermelding van oorlog in de hemel tussen Michaël en de draak, gaat het nu over oorlog op aarde tussen de heidenvolken en Israël.

Als een tiran de nederlaag lijdt, probeert hij altijd zoveel mogelijk mensen in zijn val mee te slepen. Dat doet satan nu ook.

 

Hun komst gaat vooraf aan het komen van de Verlosser: "Hij zal als bevrijder naar Sion komen, naar allen uit Jakobs nageslacht die met de misdaad breken spreekt de HEER." (Jesaja 59:20)

 

Letterlijk: "Waar het avond wordt zullen ze vrezen de naam van de ENE, en waar de zon opdaagt zijn glorie; want hij zal komen als een rivier in de engte, die de geestesadem van de ENE voortdrijft. Maar voor Sion zal een verlosser komen, voor wie in Jakob omkeren van hun misstap, is de tijding van de ENE." (Jesaja 59:19,20)

 

HSV: "Dan zullen zij de Naam van de HEERE vrezen vanwaar de zon ondergaat, en Zijn heerlijkheid van waar de zon opkomt. Als de vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de HEERE de banier tegen hem oprichten." (:19)

 

De vrouw wordt gered, omdat de aarde zich opent en het water van de rivier in de aarde verdwijnt (:16). Dat verwijst waarschijnlijk naar een aardbeving, zoals bij Korach, Dathan en Abiram (Numeri 16:31-33).

 

De slang blijkt het echter gemunt te hebben op het 'zaad van de vrouw' (:17). "En de draak werd razend op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren met de overigen van haar zaad, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben." (vers 17)

Zij hebben de geboden van God en het getuigenis van de Here Jezus bewaard (:17).

 

WIE ZIJN ZIJ?

Dit doet denken aan Genesis 3:15, waar staat: "Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel."

Letterlijk: "en vijandschap zal ik zetten tussen jou en de vrouw, tussen jouw zaad en haar nazaat; hij zal jou voor het hoofd stoten, jíj zult hem bijten in de hiel."

Haar 'nazaat' kan toch niemand anders zijn dan de Here Jezus? Deze vijandschap komt tot een dieptepunt in Openbaring 12. Wie zijn die 'overigen van haar zaad'? Het lijkt mij dat dit niemand anders kunnen zijn dan de mensen die tijdens de grote verdrukking alsnog tot geloof in de Here Jezus zijn gekomen.

 

Hier komt een vraag voor ons allen: in hoeverre houden wij ons echt aan de geboden van God en in hoeverre zijn wij echt levende getuigen van de Here Jezus? Ook wij kunnen het werk van satan tegengaan door ons hieraan te houden. Herkent de duivel ons als gehoorzame gelovigen, of kan hij ook in de hemel bij God een boekje open doen over ons? Herkent de duivel ons als getuigen van de Here Jezus? Herkennen andere mensen ons als getuigen van de Heer? Maken wij ernst met deze zaken?

 

 

Slotwoord: Ik stond op het zand van de zee

 

Vers 18 zou eigenlijk bij hoofdstuk 13 gelezen moeten worden. Het is de inleiding op dit nieuwe visioen, dat Johannes in hoofdstuk 13:1-10 beschrijft.

 

Johannes staat op het strand bij de zee. Hier ziet hij het beest uit de zee opkomen (13:1).

 

 

Overwinnaars

 

Openbaring 2 en 3 spreekt herhaaldelijk over 'overwinnen'. Dit hoofdstuk spreekt ook over overwinnaars. Het is mooi, goed en interessant om het profetisch woord te bestuderen. Dit woord is wel als een spiegel voor ons en vraagt ons of wij overwinnaar of verliezer zijn. Hoe gaan wij de toekomst tegemoet? Als overwinnaar of als verliezer?

 

Aantekeningen:

"En zij baarde een zoon, een mannelijk wezen, dat alle heidenen zal hoeden met een ijzeren staf; en haar kind werd plotseling weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn, waar zij een plaats heeft, door God bereid, opdat zij daar twaalfhonderd zestig dagen onderhouden zou worden." (:5,6) Zie hiervoor Psalm 2:9 en Jesaja 11:4

 

De satan zal proberen Jezus bij Zijn wederkomst te doden. God zal Zijn Zoon echter beschermen. Daarop zal satan trachten het volk Israël uit te roeien. Ook dit zal hem niet lukken.

 

 

De vrouw vlucht naar de woestijn

 

Dit is niet een terugblik op de vlucht naar Egypte. Dit is een profetisch beeld.

Het lijkt mij dat hier niet gedacht moet worden aan de vlucht van de Jezus als Messias belijdende Joden uit Jeruzalem in het jaar 66 na Christus, toen zij vluchtten naar Pella, aan de oostkant van de Jordaan. Het lijkt mij dat hier ook niet gedacht moet worden aan de vlucht van de Joodse geleerden in 70 na Christus - na de verwoesting van Jeruzalem - naar Jabne, een plaats in het Noorden van Israël.

 

De volgende verzen maken duidelijk, dat het hier over iets heel anders gaat:

13 Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een zoon gebaard had.

14 Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang.

15 Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren.

16 Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd.

17 De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. (Openbaring 1213-17)

 

 

Oorlog in de hemel

 

7 Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand

8 maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. (Openbaring 12)

 

 

Enkele citaten uit mijn boek Was Jezus de Joodse Messias?

 

Deze Messias Zoon van Jozef zal veel moeten lijden. Tenslotte zal Hij in de strijd tegen Rome sterven. Sommige rabbijnen zeggen, dat Hij in de strijd tegen Gog van Magog gedood zal worden. Vervolgens zullen de Joden uitwijken naar de woestijn en hier gedurende 41 dagen wenen om de dood van de Messias. Dit wenen wordt beschreven in Zacharia 12:10,11. "Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen Hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over Hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene. Te dien dage zal in Jeruzalem de rouwklacht groot zijn."

 

Het lichaam van Messias Zoon van Jozef zal buiten de poort van Jeruzalem geworpen worden, maar de dieren en de vogels zullen Zijn lichaam niet aanraken. Het Joodse volk zal wanhopig zijn en een luide jammerklacht tot God richten.

Er wordt ook verteld, dat Messias Zoon van Jozef door Armelius, de valse Messias die wij de antichrist noemen, gedood zal worden. Waarom krijgt Armelius de gelegenheid om Messias Zoon van Jozef te doden? De rabbijnen geven hierop het volgende antwoord: hierdoor moeten de harten van de ontrouwe Joden tot verbreking komen en zullen zij gaan zeggen: "Degene op Wie wij onze hoop gevestigd hadden is gedood. Er is geen andere redding voor ons."

 

Hij zal echter opstaan uit de dood. Als de aartsengel Michaël op de grote sjofar zal blazen en God de doden zal doen opstaan, zullen Messias Zoon van David en Elia de profeet tezamen Messias Zoon van Jozef uit de doden opwekken. Volgens sommige rabbijnen zullen de Joden pas in Messias Zoon van David geloven, nadat Messias Zoon van Jozef uit de doden opgewekt zal zijn.

 

"Want velen zullen komen onder Mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus (de Messias!), en zij zullen velen verleiden. Indien dan iemand tot u zegt: zie, hier is de Christus (de Messias!), of: Hier, gelooft het niet.

Want er zullen valse christussen (messiassen!) en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. Zie, Ik heb het u voorzegd. Indien men dan tot u zegt: zie, Hij (de Messias) is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij (de Messias) is in de binnenkamer, gelooft het niet." (Mattheus 24:5,23-26)

 

Messias de Zoon van David zal nu op een wolk verschijnen, zoals Daniël 7:13,14 laat weten en Hij zal Zijn volk Israël ontmoeten in de woestijn van Judea. De grote Joodse geleerde Rabbi Saadyah Gaon heeft gezegd, dat het Joodse volk niet in Messias de Zoon van Jozef zal geloven, totdat Messias de Zoon van Jozef uit de doden zal zijn opgewekt! U leest het goed: deze grote rabbijn verwachtte de opstanding uit de doden van Messias de Zoon van Jozef! Tevens was hij ervan overtuigd dat pas na de opstanding uit de doden van Messias de Zoon van Jozef het Joodse volk zou geloven in Messias de Zoon van David!

Verschillende rabbijnen hebben gezegd, dat het Joodse volk in eerste instantie Messias de Zoon van David niet zal aanvaarden. Zij zullen tegen Hem zeggen, dat Hij een leugenaar is, omdat de Messias (namelijk de Zoon van Jozef) al gekomen is en het onmogelijk is, dat er een tweede Messias zal komen. Midrasj Nistravos DeRashbi citeert dan Jesaja en zegt, dat "de Messias (de Zoon van David) 'veracht en van mensen verlaten' zal zijn, waarna de Messias Zich zal verbergen, zoals geschreven staat: 'hij was iemand, die het gelaat voor ons verbergt.' (Jesaja 53:3)"

Hiermee wordt door Joodse geleerden bevestigd, dat het in Jesaja 53 gaat over de Messias, zonder dat nu al direct gezegd is, over welke van de twee Messiassen het gaat.

 

Messias de Zoon van David zal hen terugvoeren naar hun eigen land, met name naar de stad Jeruzalem. Dan zal God tegen Messias de Zoon van David zeggen: "Zet u aan Mijn rechterhand..." (Psalm 110:1) Messias de Zoon van David zal tegen het volk zeggen: "Houdt stand, dan zult gij de verlossing des HEREN zien, die Hij u heden bereiden zal." (Exodus 14:13)

 

De gedachte, dat het volk Israël in de eindtijd naar de woestijn geleid zal worden, waarover de rabbijnen spraken, komen wij ook in Openbaring 12 tegen. Dit hoofdstuk zegt, dat de draak zal zorgen dat de vrouw (beeld van Israël) in de woestijn terechtkomt. Dit moet u duidelijk maken, dat de Joodse gedachten niet zo vreemd zijn, als zij veel christenen op het eerste gezicht zullen lijken.

 

In Openbaring 12 hebben wij een opmerkelijke beschrijving van de tijd zoals de rabbijnen hem verwachten. In de tijd van de Messiaanse weeën, zullen hemel en aarde verenigd worden in hun strijd tegen de antichrist, de valse messias, hier voorgesteld als de draak. In die tijd zal het volk Israël, hier voorgesteld als de vrouw, naar de woestijn gevoerd worden, waarna "het Kind", de Zoon van Israël, als Redder zal komen. De valse messias, dat is de antichrist (de draak) wil Hem doden. De Zoon zal echter de antichrist, de valse messias verslaan en Heerser worden en alle heidenen hoeden met een ijzeren staf, zoals in Psalm 2:9 en Jesaja 11:4 aangekondigd was, dat de Messias zou doen.